weer de brand
Home » Britt Lents

Britt Lents

‘Ik heb de dood in de ogen gezien en niets te verliezen’

Britt is 9 jaar als bij haar thuis de kerstboom in brand vliegt. Britt en haar broertje Quinten raken zwaargewond, haar moeder overlijdt zes weken na de brand aan haar verwondingen. Na een lange revalidatie krabbelt de voor het leven getekende Britt weer op en ze wordt ambassadeur van de Nederlandse Brandwonden Stichting. Dit is het indrukwekkende verhaal van de nu 26-jarige Britt Lents.

25 december 2004

“Mijn broertje Quinten en ik keken een film in de slaapkamer, toen ik mijn moeder hoorde schreeuwen. Er was kortsluiting ontstaan in het lichtsnoer in de kerstboom en de nepsneeuw die wij erin hadden gespoten, vatte vlam. Ik rende naar mijn moeder, die door de paniek was flauwgevallen. Toen zij weer bijkwam, sleepten we de boom naar de hal. Wij dachten: die boom moet het huis uit. In de gang ontplofte de rest van de verlichting, maar toen wij het huis uit wilden vluchten, was het slot van de voordeur door de hitte al gesmolten. We zaten vast tussen een gesloten deur en de vlammen en zijn in de gang bij de voordeur blijven zitten tot de brandweer ons bevrijdde en bij de buren onder de douche zette.”

Beverwijk

“Mijn oma, die toen de brand begon op het toilet zat, is naar één van de slaapkamers gevlucht. Daar heeft ze een raam ingeslagen en buren hebben haar met een ladder van het balkon gehaald. Wij hadden minder geluk en liepen alle drie zware brandwonden op. Ik ben een maand in coma gehouden, mijn moeder is helaas nooit meer wakker geworden en zes weken later overleden. Een bacterie in de longen werd haar fataal. In eerste instantie mocht ik niet eens naar de begrafenis. Ik was zelf nog te kwetsbaar en had al mijn energie nodig om te overleven. Gelukkig kon ik er uiteindelijk toch bij zijn, maar voor echte rouw was nauwelijks tijd. Want in dezelfde week moesten de vingers van mijn rechterhand eraf. Mijn revalidatie heeft bijna een jaar geduurd. Ik lag eerst een half jaar in het Brandwondencentrum in Beverwijk, daarna gingen Quinten en ik naar een revalidatiekliniek in Huizen.”

Mytylschool

“Ik ben geboren in Amsterdam en opgegroeid in Purmerend. Mijn ouders gingen op mijn zevende uit elkaar, maar ondanks dat en de brand heb ik een hartstikke leuke jeugd gehad. Ik speelde veel buiten, zat op paardrijden en skeelerde veel. Tijdens mijn revalidatie beviel de nieuwe vriendin van mijn vader van een zoon, twee jaar later kreeg ik er een derde broertje bij. Dat was een mooie afleiding voor mij. Na het ongeluk werd mijn band met Quinten nog closer, wij waren echt altijd samen. We revalideerden samen, gingen samen naar school en gingen samen voor het eerst op brandwondenkamp.

Toen ik het revalidatiecentrum verliet, was ik niet meer welkom op mijn oude basisschool. De schoolleiding was bang dat ik andere leerlingen zou afschrikken. Dat deed pijn, maar achteraf heeft het goed uitgepakt. Quinten en ik bleven op de Mytylschool, die bij de revalidatiekliniek hoorde. De klassen waren er klein en iedere klas had twee leerkrachten. Er was veel persoonlijke begeleiding, waardoor ik een enorme inhaalslag maakte. Die ondersteuning had mijn oude school nooit kunnen bieden.

Dat mijn moeder er niet meer is, is een heel groot gemis. Op mijn 24e verjaardag dacht ik: mijn moeder overleed toen ze 34 was, stel dat ik nog maar tien jaar te leven heb. Wat had ik dan anders willen doen? Ik was toen al gestopt met m’n hbo-opleiding en dat vond ik heel lang erg vervelend, maar toen ik besefte dat mijn moeder slechts 34 jaar was geworden, heb ik dat gevoel direct losgelaten. Door medicijngebruik heb ik last van concentratieproblemen, fulltime studeren is gewoon niet mijn ding. Ik leer het best op de werkvloer. Nu werk ik als assistent storemanager in de horeca op Schiphol.”

Bart Smit

“Een halfjaar voor de brand gingen we een dagje naar Volendam. Mijn moeder vertelde dat daar ooit brand was geweest en dat ik misschien mensen zou tegenkomen die er anders uitzagen. Bij Bart Smit zag ik inderdaad een verkoopster met brandwonden en ik vroeg aan haar wat er gebeurd was. Dat gesprek en die ervaring hebben mij erg geholpen om mensen die mij nu aanstaren of vragen stellen te begrijpen.

Ik krijg bijna elke dag de vraag wat er met mij is gebeurd. Ik vind het nooit vervelend om erover te vertellen, het is al zo lang geleden. Ik heb mijn littekens geaccepteerd en laat mijn leven er niet door beïnvloeden. Ik kan er toch ook niets aan doen dat ik er zo uitzie? Wat ik wel heel jammer vind, is dat ik nauwelijks kan sporten. Mijn longen zijn door de brand zo aangetast, dat ik na tien meter rennen al buiten adem ben. Gelukkig kan ik nog wel skeeleren en zwemmen.

Als het mooi weer is trek ik een topje of zomerjurkje aan, heb ik het warm dan ga ik zwemmen. Al leidt mijn uiterlijk soms tot rare situaties. Sommige mensen schrikken als ze mij een hand willen geven en trekken snel hun hand terug. Of ze zeggen ineens iets vreemds. ‘Zo, jij hebt goed in de fik gestaan’, kreeg ik ooit vanuit het niets te horen. Hilarisch was de vraag van mijn middelste broertje, toen hij een jaar of vier was. Hij vroeg of hij mijn hand water mocht geven, zodat mijn vingers misschien weer gingen groeien. Ik vond dat zó schattig. Maar als kinderen van mij schrikken, dan vind ik dat heel naar. Niet voor mijzelf hoor, ik vind het voor die kinderen zo pijnlijk.”

Nederlandse Brandwonden Stichting

“Sinds mijn twaalfde ben ik ambassadeur voor de Nederlandse Brandwonden Stichting. Ik word gevraagd voor interviews, doe mee aan evenementen om fondsen te werven en ben betrokken bij de nascholing voor verpleegkundigen. Door mijn ervaringen met hen te delen, kunnen zij zich beter verplaatsen in de patiënt. Ik zet mij graag in om lotgenoten een zo normaal mogelijk leven te laten leiden. Bovendien kan ik op deze manier alle vrijwilligers en donateurs van de Brandwonden Stichting bedanken voor hun bijdragen.

Ik ging ook ieder jaar mee naar het brandwondenkamp. Daar ontmoet je lotgenoten, je kunt ervaringen delen en elkaar tips geven. Ook leer je er een kampvuur maken, barbecueën en over je gevoelens praten. En je gaat met z’n allen naar het zwembad. Veel kinderen met brandwonden zien daar enorm tegenop als ze bijvoorbeeld de enige in het gezin zijn met littekens. In groepsverband durven kinderen veel meer hun grenzen te verleggen.”

Schorre stem

“Ik heb mijzelf nooit lelijk gevonden, maar ik vond mijn vriendinnen veel knapper dan ik. Dus ik ging wel uit, maar nooit met de intentie om iemand te ‘scoren’ in de kroeg. Ik vind mezelf ook totaal niet aantrekkelijk als ik aan het dansen ben. Door mijn littekens zweet ik hartstikke veel, waardoor mijn haar altijd zeiknat is. Ik heb daar uiteraard schijt aan, maar als iemand dan toch eens een praatje met mij probeerde te maken, dan kon ik niets terugzeggen. Met mijn schorre stem kom ik nooit boven de muziek uit.

Mijn eerste vriendje kreeg ik toen ik 19 jaar was. Voor hem was mijn uiterlijk zo normaal dat hij, toen ik voor het eerst bij hem thuis kwam, was vergeten tegen z’n ouders te zeggen dat ik littekens heb. Ik zag ze denken: wie heb jij mee naar huis genomen? Wat wel heel grappig was: toen wij voor het eerst door de stad liepen, vroeg hij na een tijdje of er iets op zijn gezicht zat. Hij dacht dat iedereen naar hem keek en had niet in de gaten dat de mensen naar mij keken.”

Sinds kort woon ik samen met Kees, die ik een paar jaar geleden ontmoette. Dit jaar kreeg ik voor mijn verjaardag een prachtige ring van hem, wat mij ontroerde. Hij deelde dat moment met zijn vrienden, waarop één van hen dacht dat Kees mij ten huwelijk had gevraagd. Volgens een andere vriend was dat onmogelijk, ik had immers geen vingers waar de trouwring om kon, haha. Ik houd ontzettend van dat sarcasme, vind dat hilarisch!”

Motorrijles

“Op 10 juni gaat een droom in vervulling. In Assen, bij een rijschool voor mensen met een handicap, krijg ik dan mijn eerste motorrijles. Verder hoop ik dat we snel weer kunnen reizen. Ik ben nog nooit in Zuid-Amerika geweest en wil graag naar landen als Peru, Chili, Bolivia en Brazilië. Dat soort ervaringen maken het leven leuk, ook of misschien wel juist voor iemand met brandwonden. Want als iets mij wel duidelijk is geworden, is dat het morgen over kan zijn. Ik heb de dood in de ogen gezien en niets te verliezen.”

Drie tips van Britt

  • Heb jij brandwonden? Maak wat van je leven en doe vooral wat je zelf wil. Wat heb je te verliezen?
  • Veel mensen willen mij het werk uit handen nemen. Maar ik kan prima zelf een fles wijn opentrekken of het vuilnis buiten zetten. Misschien ziet mijn manier er stom uit, maar meestal krijg ik het wel voor elkaar. Lukt het echt niet, dan vraag ik echt wel om hulp. Dus help een persoon met brandwonden alleen als je dat wordt gevraagd.
  • Als de dokter mijn verwondingen of littekens bekeek en zei: ‘dat is mooi geworden’, dan vond ik dat heel vervelend. Hoe kun je dit mooi vinden, dacht ik altijd. ‘Dit gaat de goede kant op’ of ‘ik zie dat je goed aan je herstel werkt’, vind ik veel beter klinken.

Voorkom brandwonden! Help mee